KB 23-01-1985, Stb. 1985, 92 Vernietigings-KB Muiden

Your ads will be inserted here by

Easy Plugin for AdSense.

Please go to the plugin admin page to
Paste your ad code OR
Suppress this ad slot.

AB 1986, 119

KONINKLIJK BESLUIT

van 13 november 1985 nr. 18

(m.nt. BJvdN)
m.nt. BJvdN

Regeling

gemw art. 245a

Essentie

Verhouding vooroplopend repressief toezicht-preventief toezicht. [Gem. Muiden ]

Samenvatting

Als gevolg van het (spontane vernietigings-)KB 23 jan. 1985, Stb. 1985 , 92 , hebben volgens de Kroon GS van Noord-Holland terecht goedkeuring onthouden aan de uit het vernietigde besluit voortvloeiende suppletoire begrotingspost.

Tekst

Wij BEATRIX, enz.;

Beschikkende op het beroep, ingesteld door de raad der gem. Muiden  tegen het besluit van GS van Noord-Holland van 15 mei 1984, Afd. 5, nr. 645, tot onthouding van goedkeuring aan het besluit van de voornoemde gemeenteraad van 15 dec. 1983, tot vaststelling van de 31e suppletoire begroting van de algemene dienst voor het dienstjaar 1983 betreffende het verstrekken van een eenmalige uitkering tot een totaalbedrag van ƒ 27 000 ten behoeve van de zgn. ‘echte minima’;

De RvS, Afd. geschillen van bestuur, gehoord, advies van 16 okt. 1985, nr. G06.84.0278.BZ323.85, welk advies is uitgebracht met toepassing van art. 60 eerste lid Wet RvS;

Op de voordracht van de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken van 4 nov. 1985, nr. BT85/982, directoraat-generaal Binnenlands Bestuur;

  1. dat Wij bij Ons besluit van 23 jan. 1985, Stb. 1985 , 92 , het besluit van de raad der gem. Muiden  van 15 dec. 1983, tot het toekennen van een eenmalige uitkering aan die ingezetenen die zowel in 1982 als in 1983 voor een eenmalige uitkering vanwege het Rijk in aanmerking zijn gekomen, hebben vernietigd;

dat als gevolg hiervan moet worden geoordeeld, dat GS van Noord-Holland terecht goedkeuring hebben onthouden aan het uit evengenoemd besluit voortvloeiende besluit tot het vaststellen van de 31e suppletoire begroting van de algemene dienst voor het dienstjaar 1983;

dat mitsdien het bestreden besluit van GS van Noord-Holland dient te worden gehandhaafd;

Gezien de Wet RvS en de gem.w;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Your ads will be inserted here by

Easy Plugin for AdSense.

Please go to the plugin admin page to
Paste your ad code OR
Suppress this ad slot.

het beroep ongegrond te verklaren.

Noot

1

Inkomenspolitiek algemeen belang

Door te berusten in het op zichzelf niet onsympathieke besluit van de gemeenteraad van Muiden  om iets extra’s te doen voor de echte minima, zouden van plaats tot plaats in den lande (ingrijpende) verschillen in inkomen voor deze categorie kunnen gaan ontstaan, en zou, zoals de Kroon dat in bovenstaand eerste (spontane vernietigings‑)KB aangeeft, een ‘ongelijke inkomensverdeling’ worden bewerkstelligd en zou het landelijk beleid komen bloot te staan aan ‘een niet aanvaardbare doorkruising’. De gemeenteraad van Muiden  heeft zich met zijn vernietigde besluit puur op het terrein van de inkomenspolitiek, een aangelegenheid van rijksbeleid, welke onder de primaire verantwoordelijkheid van de bewindsman van Sociale Zaken valt, begeven, zoals de in het genoemde Staatsblad gepubliceerde nota van toelichting helder in het licht stelt.

Te dezen sluit ik mij aan bij de zienswijze van de commentaar Van Loenen-Troostwijk, ‘De gemeentewet en haar toepassing’, Samsomuitgave 185–11,12, dat er voor een beperkt ingrijpen van de Kroon wegens strijd met het algemeen belang plaats is ‘in die gevallen, waarin het duidelijk is, dat zij, door zich afzijdig te houden, zou berusten in krenking van belangen, die ver uitgaan boven die, welke een gemeentelijk bestuursorgaan met zijn besluit beoogt te dienen’. I.c. doet zich hier m.i. zulk een geval voor. (Zie ook nog de omschrijvingen van ‘algemeen belang’ van resp. S. O. van Poelje en C. H. F. Polak in hun preadviezen voor de VAR in 1950.) Moet een besluit op schrift worden gesteld?

2

Vernietiging van een niet op schrift gesteld besluit mogelijk?

Blijkens bovenstaand eerste (spontane vernietigings‑)KB is deze laatste interessante vraag bevestigend beantwoord. Evenbedoelde nota van toelichting maakt er melding van dat weliswaar het thans vernietigde besluit van de gemeenteraad van Muiden  niet op schrift is gesteld maar dat dit wel is geschied met het aan dit besluit gekoppelde noodzakelijke besluit tot wijziging van de gemeentebegroting, waarover het tweede hierboven opgenomen (in administratief beroep na afwikkeling van de goedkeuringsprocedure genomen) KB gaat.

Onder erkenning dat er twee besluiten genomen waren van de zijde van de gemeenteraad, dus ook dat evenbedoeld niet op schrift gesteld besluit als zodanig gold, liet de RvS in zijn advies van 20 dec. 1984, bijvoegsel Ned. Stcrt. 12 maart 1985, 50 fijnzinnig doch terecht ook enig kritisch geluid te dien aanzien horen: ‘Ofschoon de geschetste praktijk in verband met de noodzaak van duidelijke kenbaarheid van de inhoud van een raadsbesluit en uit een oogpunt van rechtszekerheid de Raad niet zonder bezwaren lijkt, is zij formeel niet in strijd met de gemeentewet.’

In het nader rapport van de bewindslieden van Binnenlandse Zaken alsmede Sociale Zaken en Werkgelegenheid, gedateerd 15 jan. 1985, werd hierop op een wellicht iets te laconieke wijze gereageerd door te stellen dat er ‘geen aanleiding’ is gegeven ‘het ontwerp-besluit aan te passen’, doch wel is gemeend ‘dat in de toelichting bij het besluit aandacht dient te worden besteed aan de door de RvS gemaakte opmerkingen, opdat geen misverstanden kunnen ontstaan over de vraag welk besluit is vernietigd’.

Daarmede bleef verder de uit algemeen administratiefrechtelijk oogpunt, met name uit een oogpunt van behoorlijk bestuur en rechtsbescherming relevante vraag liggen of een besluit als het onderhavige niet op schrift behoort te worden gesteld en of het, zonder dit ‘stempel’, wel volwaardig en voor dezelfde toetsingsmogelijkheden als een op schrift gesteld besluit toegankelijk is. De verdediging dat ‘besluiten’ een ruim begrip is en dat zelfs tot het engere beschikkingsbegrip niet alleen de op schrift gestelde beschikkingen gerekend kunnen worden (vgl. hier bijv. het rapport ABAR, 1984, p. 58), lijkt mij een al te theoretische benadering om dit voor de hier aan de orde zijnde categorie besluiten — die in een koppel met wel schriftelijke besluiten uitgebracht worden — een bevredigend laatste woord te achten. Wellicht valt het poneren van een algemene bepaling van administratiefrecht te overwegen dat besluiten, voorzover aard en strekking zich daartegen niet verzetten, op schrift dienen te worden gesteld. Een zonder meer berusten in de gangbare praktijk lijkt in elk geval minder gewenst.

3

Relatie repressief-preventief toezicht

Uit het tweede hierboven opgenomen KB in administratief beroep blijkt de onmiddellijke (rechts‑)relatie tussen het repressief toezicht en het preventief toezicht. Het resultaat van de eerste vorm van toezicht werkte direct door de in de uitkomst van de tweede vorm van toezicht. Daardoor strandde zonder veel omhaal van woorden (na de toekenningsbeslissing) ook een desbetreffende begrotingspost ten behoeve van de minima van Muiden  tot in hoogste instantie. Aldus werd hier een logische afstemming van rechtsgangen gerealiseerd.

BJvdN